Om van Stockholm verder naar de Oostzee te varen moet je door een waar zeelabyrint. Van de 24.000 grote en kleine eilanden en riffen zijn er slechts 150 permanent bewoond. Veel Zweden hebben er echter zomerhuisjes uit rood geschilderd hout met een steiger en boot ervoor. De ‘bastu’ ontbreekt nooit.
De meeste grote eilanden liggen niet ver van de kust en zijn bedekt met naald- en loofbossen. In oostelijke richting verdwijnen de bossen geleidelijk en worden het kale rotsen die soms net boven de zee uitpuilen. Op onze tocht terug naar het zuiden kiezen we voor een route die doorheen dit eilandenrijk slingert. De zee is er rustig.
Na een dagtocht varen we een beschutte baai in en ankeren of vlijen de Amaryllis tegen een rots aan. Steeds spannend want om het Walhalla te bereiken schipperen we door nauwe engten van harde rots. Met een frisse duik in het water sluiten we de dag af.
Puur natuur is het in Västerfjärden en Hâskö Äppelkrok!
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.